Op donderdag 11 februari 2009 organiseert de FOD WASO een studiedag over de vakverenigingsvrijheid.
De vakverenigingsvrijheid kende in België lange tijd nauwelijks enige evolutie. De grondwetgever en de wetgever waarborgen de vrijheid van vereniging. Aan een specifieke juridische categorie
(vakverenigingsvrijheid) leek geen behoefte te bestaan. In andere landen (Duitsland, Frankrijk en Italië) wordt de vakverenigingsvrijheid al een halve eeuw grondwettelijk verankerd. De vraag rijst of dergelijke uitdrukkelijke erkenning een meerwaarde inhoudt. In een arrest van 2 april 2009 erkende het Grondwettelijk Hof de juridische noodzaak van een adequate bescherming van discriminatie op basis van syndicale overtuiging. De syndicale vrijheid wordt daardoor in het Belgisch grondwettelijk recht geïntroduceerd. Inmiddels werd deze bescherming ook in de wetgeving verankerd (wet van 30 december 2009).
Een onderzoek van de draagwijdte van deze erkenning is meer dan ooit relevant. In een recent verleden werd de bevoegdheid van vakbonden betwist om leden in naam van de vakverenigingsvrijheid uit te sluiten wegens het militeren in een politieke partij waarvan de principes fundamenteel strijdig zijn met deze van de vakbond. Tegelijk heeft het Hof voor de Rechten van de Mens zich in het arrest Aslef (27 februari 2007) op die vrijheid beroepen om
de interne autonomie van vakbonden te rechtvaardigen. Sedert decennia wordt de afwezigheid van geformaliseerde representativiteitscriteria in naam van de vrijheid van vakvereniging bekritiseerd. Aan deze kritiek van de IAO werd gevolg gegeven door de recente opname van deze criteria in de wet betreffende de Nationale Arbeidsraad.
Meer informatie, met inbegrip van het programma en de inschrijvingsmodaliteiten, vindt u door hier te klikken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten