01 april 2014

Schijnzelfstandigen in het defensief? Het Vermoeden betreffende de aard van de arbeidsrelatie (Hoofdstuk V/1 Arbeidsrelatiewet)

door K. Nevens en F. Schapira

De strijd tegen schijnzelfstandigheid staat al enkele jaren hoog op de politieke agenda en kreeg een nieuwe impuls onder staatssecretaris John CROMBEZ. Met de invoering van een wettelijk vermoeden van arbeidsovereenkomst en van een wettelijk vermoeden van een zelfstandige samenwerkingsovereenkomst, realiseert de staatssecretaris – samen met de regering – één van zijn beleidsdoelstellingen: door middel van eenvoudige en efficiënte middelen de strijd tegen sociale en fiscale fraude versterken door te strijden tegen het fenomeen van schijnzelfstandigen en schijnwerknemers.

In onze bijdrage, die hier gratis kan worden gedownload, volgt een analyse van de nieuwe vermoedens uit artikel 337/2 van de Arbeidsrelatiewet.

Eerst bespreken wij het toepassingsgebied ervan en formuleren we enkele punten van kritiek met betrekking tot de sectorale aanpak, waarvoor de wetgever opteerde.

Vervolgens analyseren we de wijze waarop de nieuwe vermoedens werken, of nog, het mechanisme eigen aan deze vermoedens. Zowel de bij wet bepaalde hulpfeiten waarop de vermoedens zijn gebaseerd, als de processuele uitwerking en weerlegging ervan komen hierbij aan bod.

Daarna volgt een interne en externe evaluatie van de vermoedens. Enerzijds leggen we enkele pijnpunten bloot die voortvloeien uit de wijze waarop de vermoedens en hun onderlinge samenhang werd geconcipieerd en geredigeerd . Anderzijds gaan we dieper in op de vraag hoe de nieuwe vermoedens zich verhouden tot de andere, reeds bestaande vermoedens van arbeidsovereenkomst en vermoedens van zelfstandigheid, alsook tot de gelijkstellingen in het uitvoeringsbesluit van de RSZ-wet.

Ten slotte gaan wij dieper in op de werking in de tijd van de wet van 25 augustus 2012 die de nieuwe vermoedens van arbeidsovereenkomst en van zelfstandigenovereenkomst invoerde. 


Onze bijdrage zal op latere datum ook verschijnen in G. Van Limberghen (ed.), Misbruik- en fraudebestrijding in het sociaal recht: recente ontwikkelingen, Antwerpen, Intersentia.

Geen opmerkingen: