09 december 2007

Geen dubbel loon voor niet-toegekende feestdag

door K. Nevens

1. Bij arrest van 17 september 2007 overwoog het Hof van Cassatie dat uit geen enkele bepaling van de Feestdagenwet voortvloeit dat de werkgever gehouden blijft om feestdagenloon te betalen voor vervangingsdagen of inhaalrustdagen die de werknemer niet heeft opgenomen, zelfs wanneer dit te wijten is aan het toedoen van de werkgever.

De eiser had in deze zaak, zowel in eerste aanleg als in beroep, het achterstallig feestdagenloon gevorderd voor niet-toegekende inhaalrustdagen. Op die dagen was door de werkgever evenwel reeds loon uitbetaald voor de gepresteerde arbeid. Artikel 14 van de Feestdagenwet voorziet in het behoud van het recht op loon voor de feestdagen, vervangingsdagen en inhaalrustdagen waarop men niet werd tewerkgesteld. Daarmee werd het argument van eiser verworpen dat men recht heeft op het feestdagenloon onafgezien van het feit of men op deze inhaalrustdagen al dan niet heeft gewerkt en voor deze prestaties loon ontvangen heeft. In deze hypothese zou men eigenlijk tweemaal loon ontvangen.

2. Het Hof van Cassatie bevestigde wel dat de niet-toekenning van een feestdag, vervangingsdag of inhaalrustdag aanleiding kan geven tot een schadevergoeding. Deze niet-toekenning maakt in hoofde van de werkgever immers een contractuele wanprestatie uit. De wettelijke verplichting tot het toekennen van feestdagen, vervangingsdagen en inhaalrustdagen wordt immers geïncorporeerd in de arbeidsovereenkomst.

Het Arbeidshof te Gent stelde in deze zaak vast dat geen vergoeding voor de geleden schade werd gevorderd. In haar dagvaarding vorderde de eiser immers "betaling van 2.994,88 euro als achterstallige verloning voor feestdagen of vervangdagen, bedrag te vermeerderen met de interest". De vraag rijst of het Arbeidshof er niet beter aan had gedaan de vordering te herkwalificeren en dienvolgens toch een schadevergoeding toe te kennen. De rechter mag een vordering anders kwalificeren zonder hierbij het voorwerp, noch de oorzaak van de vordering te wijzigen (Zie hieromtrent W. Rauws, Tussenvorderingen in het sociaal recht, 2004). Werd in deze zaak door de eiser van in het begin geen geldsom (voorwerp) gevorderd, ter compensatie van het onterecht presteren van arbeid tijdens enkele inhaalrustdagen (oorzaak)?

Geen opmerkingen: