1. Terwijl de Belgische Voetbalbond en Standard Luik zich nog steeds het hoofd breken over de vraag of voetbalspeler Marouane Fellaini ja dan neen deel zal uitmaken van de nationale selectie voor de Olympische Spelen in Peking, publiceerde de International Trade Union Conference op 21 mei laatstleden een rapport waarin schendingen van fundamentele arbeidsvoorwaarden in China aan de kaak worden gesteld.
Chinese werknemers ontberen volgens de ITUC de noodzakelijke syndicale vrijheid. Dit is natuurlijk niet nieuw. Zo schreef Tsien Tche-Hao in 1982 al: "La liberté syndicale est la liberté de se syndiquer, de ne pas se syndiquer ou de se retirer du syndicat. Ce n'est pas la liberté de choisir son syndicat, ni celle de former un syndicat indépendant [...]" (Le droit chinois, in Que sais-je?, Parijs, Presses Universitaires de France, 109). De All China Federation of Trade Unions (ACFTU) is nog steeds de enige vakvereniging die in het land wordt geduld, hoewel de interne organisatie van deze met de Communistische Partij verbonden vakverenging de laatste decennia aan democratisering onderhevig is (zie hieromtrent J. Howell, "New democratic trends in China? Reforming the ACFTU", IDS Working Paper 263, maart 2006).
Zowel het recht om collectief te onderhandelen als om collectieve actie te voeren kent juridische en feitelijke beperkingen. Ongelijke behandeling van vrouwen, etnische minderheden en plattelandsbevolking alsook de ergste vormen van kinderarbeid en gedwongen arbeid behoren daarenboven nog steeds tot de dagdagelijkse realiteit. In een artikel omtrent gevangenisarbeid ("Penitentiaire arbeid: dringt het arbeidsrecht de gevangenis binnen", TSR 2007), wees ik reeds erop dat China de kwalijke reputatie heeft gevangenen als goedkope arbeidskrachten in te schakelen voor de productie van sommige exportgoederen.
Interessant - doch daarom uiteraard niet verbazingwekkend - is ook dat de ITUC erop wijst dat de zogenaamde PRC Employment Contract Law, goedgekeurd op 29 juni 2007 maar pas in werking getreden op 1 januari 2008, in de loop van 2007 aanleiding heeft gegeven tot een precarisering van de arbeidsrelaties. Zo leest men in het rapport:
"[T]he new law has reportedly been the causes of massive lay-offs of long standing workers prior to its coming into force on 1 January 2008 as companies sought to rid themselves of workers now eligible for open ended work contracts. The telecommunications firm Huawei, for example, is reported to have intended to require 7,000 workers with seniority to resign before 1 January and then renegotiate a new labour contract, until such action was prevented by an intervention from the ACFTU. Since January 2008, it appears that companies are reacting to the new law in a variety of ways including use of more covert ways to reduce employee numbers, especially affecting workers who would enjoy more rights under the law; increased use of sub-contracted work; demotions of more senior workers and so forth. There are reports of low value added production chains relocating from Guangdong to Inner and West China, or out of China altogether, in order to reduce the higher costs that employers anticipate will result from the new law."
2. De uitvaardiging van deze wet wordt nochtans een stap vooruit beschouwd. Het Chinese arbeidsrecht ontbeerde tot op heden immers een grondige regeling van het arbeidsovereenkomstenrecht. De zogenaamde Labour Act die in 1994 werd uitgevaardigd als algemene arbeidsrechtelijke norm, reguleert volgens S. Cooney, S. Biddulph, L. Kungang en Y. Zhu op het vlak van de arbeidsovereenkomst vooral de beëindiging ervan ("China’s new labour contract law: responding to the growing complexity of labour relations in the PRC", UNSW Law Journal 2007, vol. 30, 789). Andere aspecten uit het arbeidsovereenkomstenrecht werden niet ten gronde geregeld.
Deze auteurs concluderen evenwel ook:
"A [...] question concerns the scope of the Labour Contract Law. For example, it does not attempt to provide criteria for distinguishing between labour relationships and other forms of work relations and thus fails to resolve classification problems existing at the border of employment and independent contracting. In the absence of such criteria, unscrupulous employers may be tempted to enter into sham arrangements with workers, so that employees are denied the benefits of the Labour Contract Law and other labour legislation, through being classified as independent contractors." (Ibid., 803)Na kinder- en dwangarbeid nu dus ook schijnzelfstandigheid in China...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten