29 januari 2009

Franse deelnemers aan Temptation Island willen werknemersstatuut, of nog, de verleiding van het arbeidsrecht.


door Koen Nevens

1. We schrijven 12 februari 2008. Het Hof van Beroep te Parijs wijst een arrest waarin het 'deelnemingsreglement' aan Temptation Island (Île de la Tentation) op vordering van een ex-deelneemster wordt geherkwalificeerd tot een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. "Quel talent, quel courage!", was de reactie op een Franse blog inzake arbeidsrecht. Het Hof overwoog meer bepaald dat "l'existence d'un contrat de travail ne dépend ni de la volonté des parties ni de la dénomination de la convention mais des conditions de fait dans lesquelles est exercée l'activité de la personne concernée". Na een analyse van het zogeheten deelnemingsreglement komt het Hof tot het besluit dat er wel degelijk sprake is van "arbeid" en van "gezag", twee van de drie essentiële elementen van een arbeidsovereenkomst. Ook het derde element "loon" acht het Hof bewezen, want de ex-deelneemster had, naast tal van voordelen in natura, tevens een som van 1.525 euro netto ontvangen.

Andere ex-deelnemers volgden haar voorbeeld. Eén daarvan ving voor de Conseil de Prud'hommes van Saint-Etienne bot, maar ondertussen is het wachten op de uitspraak van de Conseil de Prud'hommes van Boulogne-Billancourt (nabij Parijs) waar maar liefst 120 ex-deelnemers de erkenning als 'werknemer' en ook als 'kunstenaar' zoeken en de daarbij horende voordelen vorderen. Dit verhaal haalde in december ook de Belgische media.

Ook het Franse Hof van Cassatie zal zich binnenkort over de zaak moeten uitspreken, omdat het productiehuis van de Franse versie van Temptation Island, niet geheel onverwacht, een voorziening tot cassatie heeft ingediend tegen het arrest van het Hof van Beroep van Parijs, dat in de ogen van het productiehuis en tv-zender TF1 een kwalijk precedent heeft gecreëerd.

2. De zaak is vooral interessant wat betreft het begrip "arbeid". Naar Belgisch recht wordt aangenomen dat een arbeidsovereenkomst "beroepsarbeid" vereist, een begrip dat soms zo wordt geïnterpreteerd dat de arbeid de werkgever tot nut moet strekken en soms zo dat de (potentiële) werknemer het oogmerk moet hebben om met die arbeid in zijn levensonderhoud te voorzien, hetgeen wel eens wordt gereduceerd en gesimplifieerd tot de vraag of (potentiële) werknemer voor zijn arbeid wordt vergoed en wat dan wel de omvang is van deze vergoeding (Zie hieromtrent B. Lietaert, "Als sport nutteloos is", (noot onder Arbrb. Tongeren 6 maart 2006, RABG 20061051 e.v.). Voor Marc De Vos zijn deze twee interpretaties twee zijden van dezelfde medaille (Loon naar Belgisch arbeidsovereenkomstenrecht, Antwerpen, Maklu, 2001, 96-97).

In zijn arrest definieert het Hof van Beroep te Parijs de voor een arbeidsovereenkomst vereiste arbeid als volgt: "une activité humaine exigeant un effort soutenu, qui vise à la modification des éléments naturels, à la creation et/où à la production de nouvelles choses, de nouvelles idées". Voor het Hof dekt deze definitie ook het zich blootstellen aan andere personen met het oog op het teweegbrengen van een verandering van gevoelens of emoties, die dan worden besproken tijdens een zogenaamd "kampvuur" (een onderdeel van het tv-programma). Het productiehuis betoogde nochtans dat een "plezierreisje" gevuld met allerhand 'leuke' bezigheden niet gekwalificeerd kan worden als handen- of geestesarbeid. De vraag rijst of het Franse Hof van Cassatie zich geroepen zal voelen de beoordeling van het Parijse Hof teniet te doen. Het Hof van Cassatie kan immers wel een wettigheidstoezicht uitoefenen met betrekking tot het wetsbegrip 'arbeid', maar het past niet in de opdracht van dit hoogste rechtscollege om de feitelijke beoordelingen van het Parijse Hof te censureren.

Geen opmerkingen: