26 april 2012

Cassatierechtspraak in sociale zaken: 2 arresten uit januari 2012

Cass. 16 januari 2012, C.11.0256.N

Arbeidsongeval -  wettelijke subrogatie arbeidsongevallenverzekeraar - derde aansprakelijke

De vordering die de arbeidsongevallenverzekeraar op grond van de artikelen 46 en 47 Arbeidsongevallenwet kan instellen tegen de derde die voor een arbeidsongeval aansprakelijk is, berust op een indeplaatsstelling waardoor de schuldvordering van de getroffene of van diens rechthebbenden uit hun vermogen overgaat naar de verzekeraar tot beloop van de door deze betaalde vergoedingen en van het kapitaal dat de door hem verschuldigde waarde van de jaarlijkse vergoedingen of renten vertegenwoordigt.
 

Hieruit volgt dat, wanneer de door een arbeidsongeval ontstane schade mede door de schuld van de aansprakelijke derde is veroorzaakt, de arbeidsongevallenverzekeraar die aan de getroffene of zijn rechthebbenden de wettelijke vergoedingen heeft betaald, en dus de door de derde berokkende schade geheel of gedeeltelijk heeft vergoed, tot beloop van het betaalde in de plaats is gesteld van de getroffene of zijn rechthebbenden wat betreft hun recht op integrale vergoeding van de schade die hun door de derde is toegebracht, voor zover daarbij het bedrag van de schadeloosstelling die hun krachtens het gemene recht toekomt, niet wordt overschreden.

Deze subrogatie is niet beperkt tot de fractie van de betaalde wettelijke vergoedingen die gelijk is aan de fractie van de aansprakelijkheid die ten laste van de derde komt.

Cass. 30 januari 2012, S.11.0043.N
Collectieve arbeidsovereenkomst - interpretatie - loonbegrip

Krachtens artikel 2 CAO van 26 juli 1999, gesloten in het paritair comité voor het garagebedrijf, betreffende de ploegenpremie, in uitvoering van artikel 4.5 van het nationaal akkoord 1999-2000 van 27 april 1999, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 februari 2002, wordt, onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak, het loon van de werklieden die ploegenarbeid verrichten (vroege en late shift) verhoogd met 10 pct.
 

Krachtens artikel 3 CAO van 4 juli 2001, gesloten in het paritair comité voor het garagebedrijf, betreffende de ploegenpremie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 september 2005, wordt, onverminderd gunstiger bepalingen op ondernemingsvlak, het basisloon van de werklieden die ploegenarbeid verrichten (vroege en late shift) verhoogd met 10 pct. 

Met “loon” respectievelijk “basisloon” in de zin van voormelde bepalingen wordt, bij gebrek aan definitie, nadere precisering of tegenaanwijzing volgend uit de ontstaansgeschiedenis van die bepalingen, het loon in zijn gewone arbeidsrechtelijke betekenis bedoeld, namelijk het werkelijk betaalde loon.

Geen opmerkingen: