door Koen Nevens
1. Enkele dagen geleden begaf ik mij als kersverse papa, en met een onbegrensde fierheid, naar het ziekenfonds van mijn vrouw en dan naar het ziekenfonds waar ik zelf ben aangesloten. Om geen (slechte) reclame te maken, zal ik het respectievelijk hebben over ziekenfonds A en ziekenfonds B. Mijn doel was niet alleen de papieren inzake het moederschapsverlof van mijn vrouw in orde te brengen en de verschillende geboortepremies te innen, maar ook om mijn zoontje te laten inschrijven als persoon ten laste in de ziekteverzekering. Ik zou uiteraard geen jurist sociaal recht zijn, mocht ik de ziekenfondsen niet hebben hebben getart met een "out of the book"-verzoek, met name mijn zoontje laten registreren bij ziekenfonds A als ten laste van mijn vrouw, en dus niet bij mijn eigen ziekenfonds. Voor alle duidelijkheid, mijn echtgenote en ik wonen vrolijk en in goede verstandhouding samen, en hebben beiden het werknemersstatuut.
In ziekenfonds A zagen ze mijn ongewoon verzoek niet zitten. "Ah neen, het kind is ten laste van de vader", sprak de loketbediende daar. Allerminst gender-neutraal. "U kan zich wel bij ons aansluiten, samen met uw vrouw en kind. Jullie genieten qua lidgeld dan het gezinstarief". Ik bedankte vriendelijk. Bij ziekenfonds B leg ik uit dat ik door ziekenfonds A naar hen ben doorverwezen, en dat mijn zoontje 'op mijn boekje' moet worden ingeschreven. "Ja dat klopt, bij de oudste gerechtigde". Nuance! Niet per se bij de vader dus. Hoe de loketbediende bij ziekenfonds B wist dat mijn vrouw ietwat jonger is dan ikzelf, is mij een raadsel. Zou ze dat vliegensvlug van haar scherm hebben afgelezen? Daar leek het niet op. Misschien veronderstelde ze dat mijn 'gezegende' leeftijd de reden was waarom ziekenfonds A mij wandelen had gestuurd. Trouwens, ook de loketbediende bij ziekenfonds B wist mij te melden: "Als uw vrouw zou beslissen over te komen ....". U kent het vervolg: gezinstarief, extra voordelen, etc.
2. En wat zegt de wet nu? Artikel 32, 17° van de gecoördineerde ZIV-wet bepaalt dat personen ten laste van andere gerechtigden, zoals werknemers (maar ondertussen ook zelfstandigen), rechthebbende zijn in de wettelijke ziekteverzekering. Aangezien zowel mijn vrouw als ikzelf de spreekwoordelijke deur naar deze verzekering openen, maakt het op dat vlak dus niet uit of het kind bij de ene dan wel de andere zou worden ingeschreven als persoon ten laste. Daaruit zou kunnen worden afgeleid dat een keuzerecht overbodig is en dat het niet ertoe doet bij welk ziekenfonds het kind ten laste wordt ingeschreven. Vroeger was dat wel even anders, toen zelfstandigen nog niet onderworpen waren aan de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering en het dus 'clever' was het kind ten laste te laten nemen door de ouder die zich niet in het zelfstandigenstatuut bevond. Nochtans bieden mutualiteiten ook tal van andere buitenwettelijke diensten en voordelen aan, zodat het mij niet ongewoon lijkt dat de ouders, die elk zijn aangesloten bij een ander ziekenfonds, uiteindelijk in onderling overleg, voor hun kind een welbepaald ziekenfonds kiezen, zonder dat ook de tweede ouder dan naar dat ziekenfonds moet overstappen. Voor die ene ouder kan de overstap naar een ander ziekenfonds "ideologisch" bijvoorbeeld een brug te ver zijn. Of hij/zij kan gewoonweg geen zin hebben in het administratief gedoe dat komt kijken bij de overstap.
In mijn geval verschool ziekenfonds B zich achter de regel dat een inschrijving van een persoon ten laste op het boekje van 'de oudste gerechtigde' moet gebeuren. Toegegeven, artikel 125 van het KB van 3 juli 1996 dat uitvoering geeft aan de ZIV-wet wordt bepaald dat "bij betwisting tussen gerechtigden omtrent de vraag bij wie een kind als persoon ten laste moet worden ingeschreven, wordt het kind, overeenkomstig artikel 126 van de gecoördineerde wet bij voorrang ingeschreven als persoon ten laste van de oudste gerechtigde." De loketbediende(n) hadden er echter goed aan gedaan dat artikel ietwat aandachtiger te lezen, en ook artikel 126 van de ZIV-wet bij de hand te nemen. Dit laatse artikel stelt: "Als er geen keuze werd gemaakt over de vraag bij welke gerechtigde een persoon ten laste moet worden ingeschreven of in geval van betwisting tussen de gerechtigden, wordt de persoon ten laste bij voorrang ingeschreven ten laste van de oudste gerechtigde, of, als het een kind betreft en de gerechtigden niet onder hetzelfde dak wonen, ten laste van de gerechtigde die samenwoont met het kind."
Ik moet vaststellen dat mijn vrouw en ik alvast geen betwisting hadden over bij wie het kind moest worden ingeschreven. Meer zelfs, ik stel vast dat wij ouders het niet hadden vertikt een keuze te maken. Integendeel, ik gaf tot tweemaal toe, zowel bij ziekenfonds A als bij ziekenfonds B te kennen door wie wij het kind wilden laten ten laste nemen. Toch keerde ik aan het einde van de rit huiswaarts met klevertjes van mijn eigen ziekenfonds op naam van mijn zoon. Voet bij stuk houden had geen zin...
De hele affaire herinnert me aan een waarschuwing die ik als student van prof.dr. Guido Van Limberghen tijdens het college socialezekerheidsrecht mocht horen: "Hoed u voor socialezekerheidsinstellingen en aanverwanten met hun omzendbrieven, pseudo-regeltjes en gebruiksvriendelijke tabellen. De wet zegt vaak anders".
1 opmerking:
Hallo,
Ik heb een vraag:
Ik krijg een werkverwijderingsuitkering wegens zwangerschap. Nu is mijn zoontje ten laste van mijn echtgenoot. Als ik mijn zoontje ten laste zou nemen van mezelf dan zou ik geen bedrijfsvoorheffing moeten betalen. Kan ik mijn kind ten laste nemen enkel voor het ziekenfonds of moet er dan een hele procedure gebeuren omdat mijn kind ook ten laste zou moeten staan van mij ten opzichte van de belastingen?
Een reactie posten