door Koen Nevens
1. Bij Koninklijk Besluit van 3 juni 2007 (B.S. 14 juni 2007) had voormalig minister van werk, Peter Vanvelthoven, gedaan gekregen dat voor wat betreft het jaar 2008, de wettelijke feestdag van hemelvaart zou vervangen worden door vrijdag 2 mei. Hemelvaart valt dit jaar immers samen met 1 mei, een andere wettelijke feestdag. Van het principe van 10 feestdagen uit artikel 4 van de Feestdagenwet kon door de regering uiteraard niet worden afgeweken .
Huidig minister Piette kondigde deze week evenwel aan dat de beslissing van zijn voorganger ongedaan zou worden gemaakt. Het betreft volgens hem immers een goedkope electorale stunt, zelfs een fout. De minister, gedurende 28 jaar (tot en met 2005) zelf vakbondsman bij het ACV, vindt het essentieel dat de afspraken tussen de sociale partners worden gerespecteerd. Ook UNIZO vond de oplossing van Vanvelthoven vanuit economisch oogpunt maar niets.
In advies nr. 1600 had de Nationale Arbeidsraad voorgesteld hemelvaartdag te substitueren door zondag 10 augustus 2008. "Op die manier zou gebruik kunnen worden gemaakt van de getrapte regeling waarin de wet van 4 januari 1974 voorziet en waardoor het mogelijk is een vervangingsdag paritair vast te stellen op sectorniveau of, bij ontstentenis ervan, in de ondernemingen volgens een door de wet beschreven mechanisme (ondernemingsraad, vakbondsafvaardiging, werknemers)." Deze procedure wordt geregeld in de artikelen 6 tot en met 9 van de wet.
Allicht zal de te verwachten regeling van minister Piette min of meer aansluiten bij dit advies, al lijkt het niet meer mogelijk 'de getrapte regeling' toe te passen rekening houdende met artikel 7 van de wet. Dit artikel zegt: "De Minister, die de arbeid in zijn bevoegdheid heeft, moet vóór 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan dit waarin de te vervangen feestdag valt van deze beslissing in kennis worden gesteld." Concreet betekent dit dat sectoraal vastgestelde vervangingsdagen eigenlijk hadden moeten worden aangeduid vòòr 1 oktober 2007.
2. Het samenvallen van twee wettelijke feestdagen op één dag gebeurt allicht niet te vaak. Toch zou het vanuit wetgevingstechnisch oogpunt misschien aangewezen zijn een algemene regeling te voorzien wanneer deze kalenderiële omstandigheid zich voordoet. Ad hoc-oplossingen bevorderen niet meteen de rechtszekerheid, zeker wanneer de vorige minister, de huidige minister en de sociale partners niet op dezelfde golflengte zitten.
Mijns inziens hoeft in artikel 6 van de wet slechts een kleine aanpassing te worden doorgevoerd: "Wanneer een feestdag met een zondag of een gewone inactiviteitsdag [of een andere feestdag] samenvalt, wordt hij door een gewone activiteitsdag vervangen". De 'getrapte procedure' kan dan inderdaad worden gevolgd. Er bestaat geen reden waarom de minister in de hypothese van samenvallende feestdagen en niet in de andere hypotheses eigengereid een beslissing zou moeten nemen. De toepassing van artikel 9 van de wet zou in de voorgestelde oplossing overigens van 2 mei de vervangingsdag maken bij ontstentenis van een akkoord op sectoraal, ondernemings- of individueel niveau. Wanneer het advies van de NAR zou worden gevolgd, wordt de weinig aantrekkelijke maandag 11 augustus 2008 de ultieme vervangingsdag...
3. Één van de akkoorden van oranjeblauw zou erin bestaan de eerste feestdag die samenvalt met een zondag te laten vervangen door een gemeenschapsfeestdag (voor Vlaanderen 11 juli). Dit akkoord komt er na een jarenlange symbolenstrijd die door sommige Vlaamse politieke partijen werd gevoerd. Zo wou Bart De Wever ooit pinkstermaandag opofferen. Nog los van het vraagstuk of de feestdagen van de Gemeenschappen wettelijk erkend zouden moeten worden, kan men misschien ook eraan denken het aantal wettelijke feestdagen - vaak van christelijke oorsprong - te reduceren ten gunste van evenveel extra wettelijke vakantiedagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten