door F. Van Overmeiren
Op 8 juni 2012 werd de nieuwe verordening 465/2012 gepubliceerd in het
Publicatieblad van de Europese Unie. Het nieuwe instrument brengt wijzigingen
aan in de gemoderniseerde coördinatie van sociale zekerheid van verordeningen
883/2004 en 987/2009. De belangrijkste veranderingen zijn die voor
vliegtuigbemanningsleden en zelfstandigen en deze tot wijziging van de regels
voor gelijktijdige tewerkstelling voor verschillende werkgevers. De nieuwe
regels traden in werking op 28 juni 2012.
Vóór deze wijziging werden de algemene regels voor de aanduiding van de
toepasselijke wetgeving bij gelijktijdige tewerkstelling toegepast op
vliegtuigbemanningen. Deze regels waren echter niet aangepast aan de manier
waarop luchtvaartmaatschappijen doorgaans worden georganiseerd. Veel
luchtvaartmaatschappijen bieden hun diensten aan vanuit een zogenaamde
"thuisbasis", de plaats waar de bemanning een dienstperiode of een
reeks van dienstperioden normaal begint of eindigt en waar, onder normale
omstandigheden, de exploitant niet verantwoordelijk is voor hun huisvesting.
Dit is ook de locatie waarmee de werknemer de grootste band heeft tijdens zijn
/ haar werk.
De nieuwe regels erkennen nu deze nauwe band met de opname van het begrip "thuisbasis".
Dat betekent dat de persoon zal worden onderworpen aan de sociale
zekerheidswetgeving van het land van de "thuisbasis". Nemen we als niet
zo fictief voorbeeld de situatie van een piloot die werkt voor een
luchtvaartmaatschappij die haar maatschappelijke zetel in Ierland heeft, maar
die in België woont en waarvan de 'thuisbasis' in België is. Volgens de nieuwe
regels, zal hij onderworpen zijn aan de Belgische sociale zekerheidswetgeving
en niet langer aan de Ierse wetgeving. De bijdragen zullen dus aan de R.S.Z. worden
betaald.
Verordening 883/2004 heeft het werkloosheidshoofdstuk uitgebreid tot
werkloosheidsuitkeringen voor zelfstandigen. Verordening 465/2012 voorziet nu
in praktische bepalingen voor werkloze zelfstandige grensarbeiders. Deze zijn
van toepassing in het geval dat het woonland geen werkloosheidsuitkeringen voor
werkloze zelfstandigen voorziet. In dat geval zal het land van de laatste
activiteit de werkloosheidsuitkeringen betalen, op voorwaarde dat de persoon zich
daar registreert bij de plaatselijke werkloosheidsbureaus en daar op zoek gaat
naar werk. Van de 27 EU-lidstaten, hebben er 18 een werkloosheidsregeling voor
zelfstandigen en 9 niet.
Ten slotte heeft de nieuwste regeling het criterium van de "substantiële
activiteiten" uitgebreid tot gelijktijdige tewerkstellingssituaties waarin
een werknemer in dienst is van twee of meer werkgevers die hun zetel in
verschillende lidstaten hebben. Als gevolg daarvan zullen werknemers die werken
voor verschillende werkgevers die gevestigd zijn in twee lidstaten, waarvan er
één hun woonland is, substantiële activiteiten (gelijk of meer dan 25% van de
arbeidstijd en/of verloning) in dat woonland moeten uitoefenen opdat de
wetgeving van dat land van toepassing zou zijn. Als dit niet het geval is, zijn
zij voortaan onderworpen aan de wetgeving van de lidstaat waar de andere
werkgever is gevestigd. Echter, van zodra een persoon in verschillende
lidstaten werkt voor verschillende werkgevers die gevestigd zijn in twee of
meer lidstaten die niet het woonland zijn, zal hij/zij nog steeds onderworpen
zijn aan de wetgeving van de woonlidstaat.
Een overgangsperiode van maximaal 10 jaar zal zorgen voor een zachte landing
van de nieuwe regels. Personen die door de nieuwe regels worden geraakt, kunnen
dus de huidig toepasselijke wetgeving handhaven, tenzij hun situatie verandert
of indien zij uitdrukkelijk kiezen voor de toepassing van de nieuwe regels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten