21 juli 2012

Nieuwe regels EU socialezekerheidscoördinatie

door F. Van Overmeiren

Op 8 juni 2012 werd de nieuwe verordening 465/2012 gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het nieuwe instrument brengt wijzigingen aan in de gemoderniseerde coördinatie van sociale zekerheid van verordeningen 883/2004 en 987/2009. De belangrijkste veranderingen zijn die voor vliegtuigbemanningsleden en zelfstandigen en deze tot wijziging van de regels voor gelijktijdige tewerkstelling voor verschillende werkgevers. De nieuwe regels traden in werking op 28 juni 2012.

Vóór deze wijziging werden de algemene regels voor de aanduiding van de toepasselijke wetgeving bij gelijktijdige tewerkstelling toegepast op vliegtuigbemanningen. Deze regels waren echter niet aangepast aan de manier waarop luchtvaartmaatschappijen doorgaans worden georganiseerd. Veel luchtvaartmaatschappijen bieden hun diensten aan vanuit een zogenaamde "thuisbasis", de plaats waar de bemanning een dienstperiode of een reeks van dienstperioden normaal begint of eindigt en waar, onder normale omstandigheden, de exploitant niet verantwoordelijk is voor hun huisvesting. Dit is ook de locatie waarmee de werknemer de grootste band heeft tijdens zijn / haar werk.

De nieuwe regels erkennen nu deze nauwe band met de opname van het begrip "thuisbasis". Dat betekent dat de persoon zal worden onderworpen aan de sociale zekerheidswetgeving van het land van de "thuisbasis". Nemen we als niet zo fictief voorbeeld de situatie van een piloot die werkt voor een luchtvaartmaatschappij die haar maatschappelijke zetel in Ierland heeft, maar die in België woont en waarvan de 'thuisbasis' in België is. Volgens de nieuwe regels, zal hij onderworpen zijn aan de Belgische sociale zekerheidswetgeving en niet langer aan de Ierse wetgeving. De bijdragen zullen dus aan de R.S.Z. worden betaald.

Verordening 883/2004 heeft het werkloosheidshoofdstuk uitgebreid tot werkloosheidsuitkeringen voor zelfstandigen. Verordening 465/2012 voorziet nu in praktische bepalingen voor werkloze zelfstandige grensarbeiders. Deze zijn van toepassing in het geval dat het woonland geen werkloosheidsuitkeringen voor werkloze zelfstandigen voorziet. In dat geval zal het land van de laatste activiteit de werkloosheidsuitkeringen betalen, op voorwaarde dat de persoon zich daar registreert bij de plaatselijke werkloosheidsbureaus en daar op zoek gaat naar werk. Van de 27 EU-lidstaten, hebben er 18 een werkloosheidsregeling voor zelfstandigen en 9 niet.

Ten slotte heeft de nieuwste regeling het criterium van de "substantiële activiteiten" uitgebreid tot gelijktijdige tewerkstellingssituaties waarin een werknemer in dienst is van twee of meer werkgevers die hun zetel in verschillende lidstaten hebben. Als gevolg daarvan zullen werknemers die werken voor verschillende werkgevers die gevestigd zijn in twee lidstaten, waarvan er één hun woonland is, substantiële activiteiten (gelijk of meer dan 25% van de arbeidstijd en/of verloning) in dat woonland moeten uitoefenen opdat de wetgeving van dat land van toepassing zou zijn. Als dit niet het geval is, zijn zij voortaan onderworpen aan de wetgeving van de lidstaat waar de andere werkgever is gevestigd. Echter, van zodra een persoon in verschillende lidstaten werkt voor verschillende werkgevers die gevestigd zijn in twee of meer lidstaten die niet het woonland zijn, zal hij/zij nog steeds onderworpen zijn aan de wetgeving van de woonlidstaat.

Een overgangsperiode van maximaal 10 jaar zal zorgen voor een zachte landing van de nieuwe regels. Personen die door de nieuwe regels worden geraakt, kunnen dus de huidig toepasselijke wetgeving handhaven, tenzij hun situatie verandert of indien zij uitdrukkelijk kiezen voor de toepassing van de nieuwe regels.

Geen opmerkingen: