door Koen Nevens
1. Een tv-programma zoals 'Mijn Restaurant!' dat op VTM wordt uitgezonden, kan de Europese Commissie, de Belgische federale regering en de Vlaamse regering allicht bekoren. Het past in het huidig beleid ter stimulering van "het ondernemerschap" (zie bijvoorbeeld het Groenboek over ondernemerschap in Europa) . Het programma biedt evenwel ook een kijk op het aanwerven, tewerkstellen en (vooral) ontslaan van personeel.
2. Zo daagden op 15 maart - naar aanleiding van een televisieoproep en allicht ook via andere kanalen (VDAB? uitzendkantoren?) - tal van sollicitanten op aan de deuren van de verschillende restaurants. Het beeld dat door VTM aan de kijker werd meegegeven, was dat van een relatieve overvloed aan ongeschoolde en te weinig of zelfs niet bekwame kandidaten (klik hier voor een impressie van een kijkster). Sommigen grepen allicht te hoog door te solliciteren voor sous-chef, maar vele kandidaten bleken zich bewust van hun "beperkingen" en solliciteerden zonder morren voor afwasser.
Door de "moordende" concurrentie onder de afwassers werden er waarschijnlijk tal van hen afgewezen, zij die dan vanuit sommige politieke hoek moeten horen werkonwillig te zijn en met argwaan de dagen tegemoet kijken waarin werkloosheidsuitkeringen in de tijd zullen worden beperkt. De opleidingsinspanningen die de horeca-sector in samenspraak met de VDAB levert, zijn dan ook meer dan aangewezen en moeten misschien op hun effectiviteit worden geëvalueerd. De vacatures voor chef-kok, sous-chef en maître d'hôtel geraakten immers minder gemakkelijk ingevuld. Het gaat duidelijk om "knelpuntberoepen".
In een rapport van 2006 zegt de VDAB het volgende over het knelpuntberoep van kok: "Specifiek voor chef-koks en sous-chefs is dat bijna altijd ervaring gevraagd wordt. Een geschoolde hulpkok (chef de partie) moet occasioneel de kok kunnen vervangen en dus ook een zeker niveau halen." Met betrekking tot zaalpersoneel leest men in het rapport: "Het beroep eis verder een goede fysieke geschiktheid, een goed voorkomen, sociale vaardigheden, vlotte communicatie en in toeristische centra ook meertaligheid. Deze elementen bemoeilijken de zoektocht naar personeel."
Opmerkelijk is dat verschillende van de deelnemers aan het tv-programma zich gelukkig mogen prijzen te mogen optreden als werkgever. Zowel de Oostendse als de Antwerpse deelnemers weten zelf niet meteen "een zeker niveau" te halen in de keuken en moeten vertrouwen op een aangeworven kok. Af en toe werd door de deelnemers zelf gealludeerd op het gebrek aan fysieke geschiktheid (wegens haar hogere leeftijd) en communicatievaardigheden van de Leuvense deelneemster. Tenslotte liet ook het "Fransjch" van de Oostendse deelneemster duidelijk te wensen over.
3. In de geschreven pers bleven ook de verschillende ontslagen die reeds na enkele weken werden doorgevoerd, niet onopgemerkt. Zo ontsloeg 'Oostende' de maître d'hôtel. Diens extreme vorm van arbeidsmobiliteit (van Antwerpen naar de kust en terug) liet hem helaas niet altijd toe zijn shift af te ronden... Ook 'Antwerpen' zette de maître op de keien, terwijl 'Leuven' een onhandige zaalmedewerker afdankte. Tenslotte beëindigde 'Oostende' ook de samenwerking met de chef-kok.
Het is geweten dat de horeca een hoog personeelsverloop kent, maar wat opvalt is hoe ongedwongen wordt omgegaan met het ontslag van een personeelslid, althans als we mogen voortgaan op de tv-beelden. Zo wordt het ontslag altijd meegedeeld in een onderling gesprek en ziet het niet ernaar uit dat een ontslagbrief wordt overhandigd (klik hier voor een voorbeeld). Die zou volgens artikel 37 Arbeidsovereenkomstenwet trouwens aangetekend moeten worden verstuurd, op straffe van absolute nietigheid. Eén ontslag werd zelfs telefonisch meegedeeld. De rechtsfiguur van de ontslagmacht vrijwaart "gelukkig" de doelmatigheid van het ontslag bij miskenning van de ontslagregels.
Af en toe wordt ook geredetwist over wie nu wie heeft ontslagen. De maître die in Oostende had gewerkt, kon zich op sollicitatiegesprek in Antwerpen niet meer herinneren dat hij een telefoontje had ontvangen en liet uitschijnen zelf ontslag te hebben genomen. De afgedankte Antwerpse maître oppert in de geschreven pers evenzeer zelf ontslag te hebben genomen. Hopelijk voor hen keren deze uitlatingen niet terug als een boomerang: hij die ontslag geeft zonder de vereiste termijn te respecteren, moet aan de tegenpartij immers een opzegvergoeding betalen gelijk aan het loon voor die termijn. Ook de RVA kan een ontslagname door de werknemer sanctioneren in het kader van de werkloosheidsverzekering.
Tenslotte lokte het ontslag door 'Oostende' van hun chef-kok ook wel wat twijfels uit met betrekking tot wie het aanwerven en ontslaan van personeel stuurt: de werkgevende koppels of het productiehuis van 'Mijn Restaurant!' en VTM? Zo berichtte de geschreven pers vrij uitgebreid over het feit dat het gerechtelijk verleden van de chef-kok door het productiehuis en/of VTM niet echt werd geapprecieerd en dan ook de reden tot ontslag zou zijn. In het tv-programma liet men evenwel uitschijnen dat de povere prestaties van de chef-kok de doorslag hadden gegeven. Hoe dan ook, tenzij het zou gaan om een ontslag om dringende redenen, en daar lijkt het niet op, is de reden tot ontslag van weinig tot geen belang. Naar Belgisch arbeidsrecht dient het ontslag in beginsel niet te worden gemotiveerd door de werkgever.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten