24 maart 2010

Ook Belgische Vereniging voor Arbeidsverhoudingen neemt standpunt in over hervorming Justitie

De Belgische Vereniging voor Arbeidsverhoudingen (vzw BVVA) bestaat uit academici, vertegenwoordigers van de sociale partners, ambtenaren van de departementen van arbeid, sociaal overleg en sociale zaken, advocaten en magistraten. Ze vraagt dat men een consequente lijn zou aanhouden bij de hertekening van het gerechtelijk landschap. De enige weg om justitie goed te hervormen vertrekt vanuit de rechtzoekende.

Minister van Justitie De Clerck werkt reeds enkele maanden aan de reorganisatie van het gerechtelijk landschap. Hij wil de rechtbanken een eigen beheer geven. Daardoor zouden de rechtbanken ter plaatse kunnen beslissen over de materiële organisatie en moet dit niet meer volledig vanuit Brussel gebeuren. Om dit efficiënt te kunnen managen zijn er minder rechtbanken nodig. Schaalvergroting, zeg maar: de huidige arrondissementen worden in het voorstel herleid van 27 tot 16.

Om het beheer in die grotere arrondissementen vlot te laten verlopen, wil de minister daar telkens een magistraat-manager benoemen. We steunen de minister in deze opties. Indien nodig, mag hij nog ruimer territoriaal vergroten; maar rechtbanken die door hun grootte nu al moeilijk beheersbaar zijn, zoals in Brussel, kunnen beter verkleind worden. Justitie op maat.

Welke maat? Dat is gemakkelijk te beantwoorden: op maat van de rechtzoekende, die een plaats zoekt binnen nieuwe maatschappelijke uitdagingen.

De emancipatie van de hedendaagse­ mens noodzaakt hem meer en meer individuele keuzes te maken, terwijl de samenleving anderzijds globaliseert. De bevolking ervaart en ondergaat de spanningen in onze maatschappij aan en vraagt om juiste beslissingen.

Slachtoffers eisen hun rechten. Een juist strafrecht kan evenwel niet zonder eerbied voor de rechten van verdediging en een eerlijk onderzoek ten laste, maar ook ten ontlaste. Nadien moet de uitvoering van de straf volgen en daar kraakt het de laatste maanden. Een goede justitie moet de spanningen die daardoor ontstaan, opvangen.

Op alle maatschappelijke terreinen vraagt de burger een juiste oplossing, die alleen door deskundige personen kan worden bijgebracht. Ook binnen de rechtswereld voelt men meer en meer de nood aan specialisatie aan. Er is dan ook behoefte aan onafhankelijke gespecialiseerde rechtbanken. Dat vraagt een goede organisatie: de juiste rechter op de juiste plaats. Dat is niet zo eenvoudig. Hierbij spreken we niet meer over het beheer en het management van de materiële middelen, maar over de jurisdictionele organisatie.

Sommige rechtbanken zijn te klein, zodat rechters daar alles behoren te kennen en zich niet voldoende kunnen specialiseren. In een groter territoriaal geheel kan je specifieke materies toebedelen aan gespecialiseerde rechters, wat neerkomt op een specialisatie binnen het eigen rechtsdomein. Dit geldt zowel voor domeinen van burgerlijk recht als van strafrecht. Ook daarvoor is de territoriale schaalvergroting een goede zaak.

In de huidige structuur bestaat er reeds een stuk specialisatie volgens de rechtstakken. De rechtbanken van koophandel behandelen het handelsrecht, de arbeidsrechtbanken staan in voor het arbeidsrecht en het socialezekerheidsrecht. Lokale problemen worden behandeld door vrederechters en politierechters.

In een eerste plan wilde de minister al die rechtbanken samensmelten in een zogenaamde eenheidsrechtbank. Vanuit de vrede- en politierechters werd hiertegen gereageerd. De nabijheid bij de concrete problemen van de burger was voor hen essentieel en dat kon in een samensmelting binnen grotere eenheden verloren gaan.

In een unaniem advies van de Nationale Arbeidsraad hebben werkgevers- en werknemersorganisaties erop gewezen dat er bij de voorgestelde samensmelting te weinig aandacht was voor de specialisatie en eigenheid van de arbeidsrechtbanken. Door de mogelijkheid om rechters te verplaatsen tussen de verschillende afdelingen van de zgn. eenheidsrechtbanken, dreigen de specialiteit en de eigenheid van de arbeidsgerechten te verwateren.

De arbeidsrechtbanken zorgen immers voor een soepele toegang voor de rechtzoekende tot de rechtbank; zijn socialezekerheidsdossier wordt voorbereid door het arbeidsauditoraat, dat tevens een deskundig en onafhankelijk advies aan de rechter verleent. De arbeidsrechtbanken zetelen in een paritaire samenstelling: naast de beroepsmagistraat zetelt een werkgevers- en een werknemersrechter. De sociale overlegstructuur geldt als model voor de samenstelling van de arbeidsgerechten. Er is geen gerechtelijke achterstand en de sociale conflicten worden vakkundig opgelost.

Het siert de minister dat hij voor deze opmerkingen oor heeft gehad.

In het tweede voorstel van de minister worden arbeidsrechtbanken, rechtbanken van koophandel, vredegerechten en politierechtbanken als gespecialiseerde rechtbanken behouden naast de rechtbank van eerste aanleg.

De voorzitters van deze rechtbanken zouden in dit voorstel samen met een magistraat-manager het beheer voeren. Samen zouden ze beslissen over de verdeling van de materiële middelen. Tot daar is er niets mis.

In dit tweede voorstel blijven echter nog een aantal dubbelzinnigheden schuilen:

1.Voor de organisatie van het Openbaar Ministerie en de arbeidsauditoraten volgt dit voorstel van de minister niet dezelfde structuur als voor de rechtbanken. Dat zou beter wel gebeuren, vooral omwille van de belangrijke ondersteunende functie van het arbeidsauditoraat in de socialezekerheidsdossiers.

2. De rechters zouden volgens dit voorstel niet meer worden benoemd per rechtbank maar tegelijkertijd in de drie rechtbanken (eerste aanleg, arbeid en koophandel) van het arrondissement. Het gezamenlijk beheersorgaan, bestaande uit de magistraat-manager en de voorzitters van de drie rechtbanken en een vertegenwoordiger van de vrede- en politierechters, zou dan de rechters verdelen over de drie rechtbanken (eerste aanleg, arbeid en koophandel).

Een aantal magistraten, verenigd in een zogeheten Centrale Werkgroep, gaan nog verder en willen een juridisch merkwaardige beslissingsprocedure voor dat beheersorgaan. In principe zou het beheersorgaan bij consensus beslissen, maar als er geen consensus is, zou de manager als arbiter het laatste woord hebben. Men moet geen juridische opleiding hebben om te weten dat een arbiter los hoort te staan van de partijen die geen consensus vinden. Management en de verdeling van de materiële middelen krijgen in dit voorstel de boventoon in de werking van justitie. Getallen worden belangrijker dan kwaliteit en goede rechtsbedeling.

Door deze dubbelzinnigheden ondergraaft men opnieuw de specialisatie en de eigenheid van de arbeidsrechtbanken. Men maakt in deze voorstellen de vergissing dat men het materiële beheer en de justitiële organisatie vermengt.

Het Bureau van de Nationale Arbeidsraad heeft hierop gewezen in een bijkomende toelichting. De benoeming van de rechters hoort bij de justitiële organisatie en deze heeft een andere finaliteit dan het beheer van de materiële middelen.

Wanneer men justitie wil hervormen, moet het belang van de rechtzoekenden centraal staan. Deze hervorming moet dan ook gericht zijn op kwaliteit en specialisatie. De justitiële organisatie moet daaraan aangepast zijn. De verdeling van de middelen is daarbij een noodzakelijk hulpmiddel; ze is niet het doel van een hervorming, maar staat ten dienste ervan.

Daarom sluit de Belgische Vereniging voor Arbeidsverhoudingen vzw zich aan bij de analyse van de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad, die pleiten voor een versterking van de arbeidsgerechten en van de andere bestaande gespecialiseerde rechtsinstanties.

Justitie moet als openbare dienstverlener een absolute prioriteit krijgen. Het is essentieel dat de minister hiervoor ook de nodige middelen ter beschikking stelt.

De Belgische Vereniging voor Arbeidsverhoudingen vzw roept de Minister op om in die geest de hervormingsvoorstellen verder uit te werken.

Geen opmerkingen: